Evaluatie

Door regelmatige en transparante evaluatie gaan we na of de leerlingen de vooropgestelde doelen realiseren.  Evaluatie geeft info aan leerling en leerkracht om op de meest effectieve wijze kennis en vaardigheden te verwerven.  We hebben daarbij aandacht voor de evolutie van het leerproces van de leerling en geven gerichte begeleiding en feedback. 

In de loop van de schooljaren 2017-2019 herzien wij de visie op evaluatie en werken een beleid en plan uit. Momenteel is het zo dat leerlingen van opties en richtingen van het ASO via dagelijks werk 33% van de punten verdienen, leerlingen van opties en richtingen in het TSO verdienen met dagelijks werk 50% van de punten. Leerlingen in beroepsgerichte opleidingen worden getoetst doorheen het jaar (100%).

Voor de evaluatie van de moderne talen zijn er andere afspraken, overeenkomstig de richtlijnen omtrent hedendaags talenonderwijs. Dagelijks werk weegt zwaarder door, omdat leerlingen verondersteld worden verworven vaardigheden en kennis geïntegreerd toe te passen in persoonlijk werk en toetsen.

Wie voor alle vakken 50 % of meer behaalt, krijgt op het einde van het jaar een A-attest en mag overgaan naar het volgende jaar. Indien een leerling voor één of meerdere vakken geen 50 % behaalt, kan de delibererende klassenraad een B- of C-attest toekennen.

Leerlingen met een C-attest doen het jaar over. Leerlingen met een B-attest mogen overgaan naar een hoger jaar, maar de keuze in studierichtingen of basisopties wordt beperkt. Het attest heeft de bedoeling leerlingen te oriënteren naar een optie die beter aansluit bij hun mogelijkheden of interesse.

Een A-attest kan vergezeld worden door een waarschuwing voor één of meerdere vakken. Indien een leerling het volgende schooljaar opnieuw een tekort heeft voor dit vak, wordt hij of zij strenger geëvalueerd door de klassenraad. Al dan niet ingaan op kansen tot remediëring speelt hier eveneens een rol.

Slechts in uitzonderlijke omstandigheden legt een leerling in augustus één of meer bijkomende proeven af, dit overeenkomstig richtlijnen vanwege de beleidsmakers. Bijkomende proeven kunnen worden gegeven als er onvoldoende informatie is verzameld om een eenduidige beslissing te nemen binnen de klassenraad.

Ouders die niet akkoord gaan met de beslissing van de delibererende klassenraad, kunnen uiterlijk op de derde werkdag na de uitdeling van de rapporten tijdens een persoonlijk onderhoud met de directeur hun bezwaren kenbaar maken. Uiterlijk drie werkdagen na ontvangst van het resultaat van dit onderhoud kunnen de ouders, indien de betwisting blijft bestaan, per aangetekende brief in beroep gaan bij de voorzitter van de Interne Beroepscommissie van het college. Naam, adres en telefoonnummer van de voorzitter staan vermeld in het schoolreglement. De Interne Beroepscommissie kan aan de inrichtende macht vragen de klassenraad opnieuw bijeen te roepen. Dit dient te gebeuren voor 15 september.